Meer groen in de stad zorgt voor een beter leefklimaat. Het tempert de opwarming van de stenen oppervlaktes, het vangt fijn stof op en brengt letterlijk zuurstof in de lucht. We voelen ons ook prettiger in een groene buurt. Dat pleit dus voor meer groen in de stad en daar kan iedereen aan bijdragen. Met een tegeltuin!
Eerst en vooral informeer je best even bij de gemeente. Soms moet je een vergunning aanvragen, soms niet. Er zijn altijd wel wat richtlijnen waar je rekening mee moet houden. De stoep moet bv. breed genoeg blijven voor een rolstoel. Gelukkig is er in Tienen een reglement voor de aanleg van een straatgeveltuintje. Ook de MilieuAdviesRaad (MAR) Tienen geeft je graag advies bij de aanleg van je straatgeveltuin.
Als alles geregeld is, kan je aan de slag. De tegels eruit halen is het zwaarste werk. Vervolgens bekijk je de ondergrond. Meestal zit er een laag geel of wit zand onder, in sommige gevallen gehard met cement. Die laag verwijder je. Maak de ondergrond los met een spade of riek.
De planten kies je in functie van de ligging van je tegeltuin. Is dat in de zon? Kies dan voor mediterrane planten. Meng één deel van het puin/zand uit de kuil met één deel biologische potgrond. Daarmee vul je de kuil. Ligt je tegeltuin in de schaduw, waar dus schaduwminnende planten terechtkomen, dan vul je de kuil volledig met biologische potgrond. Ten slotte kunnen de planten erin. Geef na het planten goed water.
Welke planten geschikt zijn voor een tegeltuin, welke alternatieven er zijn als een tegeltuin niet mogelijk is en nog meer info vind je op de website van VELT.